Les 10
Begrippen en litteratuur
In deze les vindt u een kort alfabetisch overzicht van de in dit college gebruikte begrippen. De binnen de beschijvingen gecursiveerde begrippen zijn elders in het overzicht opgenomen. Verder vindt u hier de literatuurlijst waarnaar in het college wordt verwezen.
a. Begrippenlijst
Betrouwbaarheid: de mate waarin een test hetzelfde meet bij herhaald toepassen. Bijvoorbeeld: u weegt zich tien keer achter elkaar op dezelfde weegschaal. Bij een betrouwbare weegschaal zullen de weegresultaten slechts weinig variëren.
Criterium: dat wat we graag willen weten. Bijvoorbeeld: rijdt te hard, dopinggebruik, diagnose borstkanker, geschikt voor beroep opleiding, etc.
Enkelvoudige selectietest: tests met een dichotome (slechts twee mogelijkheden) uitkomst, wel of niet een criterium voldoen.
Geobserveerde score: de ruwe score die voortkomt uit een analyse of meting. Zoals, bij een snelheidscontrole wordt een auto gemeten op 85 km/uur.
Kritische testscore: de grenswaarde op basis waarvan wordt beslist of de geobserveerde score wel of niet aan de eisen van het criterium voldoet.
Kritische criteriumscore: de grenswaarde die bepaalt of in werkelijkheid aan het criterium is voldaan.
Ruwe score: de directe score zoals die uit de analyse c.q. de meting voortkomt, voordat daar enige bewerking, van welke aard, op is toegepast. Bijvoorbeeld, bij een snelheidscontrole wordt een snelheid gemeten van 85 km/uur. Om meetfouten te voorkomen vermindert de politie deze snelheid met 3 km/uur voordat ze deze beoordeelt. 85 km/uur is dan de ruwe score, 82 km/uur de bewerkte score.
Validiteit: de mate waarin een test meet wat ze beoogt te meten. Bijvoorbeeld bij een geschiktheidstest voor beroep of opleiding kan de test worden beïnvloed door de mate waarin de kandidaat de taal beheerst waarin de test wordt afgenomen en die invloed is groter naarmate die taal minder goed beheerst wordt. Maar dat hoeft niets te zeggen over iemands geschiktheid.
Vals negatieve score: een score waarbij wel aan de kritische criteriumscore wordt voldaan, maar niet aan de kritische testscore. Bijvoorbeeld, een atleet die wel doping gebruikte, maar daarvoor niet wordt ‘gepakt’.
Vals positieve score: een score waarbij wel aan de kritische testscore wordt voldaan, maar niet aan de kritische criteriumscore. Bijvoorbeeld, een atleet die beschuldigd wordt van dopinggebruik, maar geen doping gebruikte.
Verboden lijst: een door de World Anti-Doping Agency (WADA) jaarlijks uitgegeven lijst met de bij sport verboden middelen en methoden.
Werkelijke score: de werkelijkheid, dat wat we graag willen weten. Bij een snelheidscontrole meet men een auto op auto 85 km/uur rijdt (de geobserveerde score). In werkelijkheid rijdt die auto echter 79 km/uur (de werkelijke score).
<< Les 9
© 2007 - 2018 - Dr. Bram Brouwer, Mantgum