Les 5
Meer tests is niet automatisch meer betrapte gebruikers
De roep tot meer en meer dopingcontroles in de sport stijgt. Dopingbestrijders denken zo meer overtreders op te sporen en atleten hopen zich met meer negatieve tests beter te kunnen verdedigen tegen onterechte verdachtmakingen[5]. Kloppen die aannames?
a. Effectiviteit controles
Dat meer dopingcontroles tot meer gepakte gebruikers leidt is twijfelachtig, desondanks trok de World Anti-Doping Agency (WADA) in de aanloop naar de Olympische Spelen in Rio de Janeiro 500.000 dollar extra uit om het aantal dopingcontroles verder uit te breiden[21]. Topatleten worden nu vaak al meer dan 50 keer per jaar gecontroleerd. Dat leidt carrièrebreed al snel tot totaal vier- á vijfhonderd dopingcontroles. De toch al lage effectiviteit van die controles neemt bij iedere extra controle verder af.
Een voorbeeld: een bak met honderd knikkers, negentig blauwe (‘schone’ atleten) en tien rode (dopinggebruikers). Als bij herhaalde trekking de blauwe knikkers worden teruggelegd, maar de rode niet, dan wordt na iedere getrokken rode knikker de kans nog een rode knikker te trekken kleiner (figuur 5-1). Dat is wat er in de sport gebeurt, 'schone' atleten blijven in competitie, dopinggebruikers worden uit competitie gehaald.
Figuur 5-1. De kans dat bij herhaalde trekking een rode knikker (dopinggebruiker) wordt getrokken bij 90 blauwe (‘schone’ atleet) en 10 rode knikkers, waarbij de blauwe knikkers wel, maar de rode niet worden teruggelegd.
De internationale wielerunie (UCI) geeft hier cijfers voor. In 2006 nam de UCI 8253 dopingcontroles af, waarbij 36 gebruikers werden opgespoord. Een jaar later neemt de UCI 9849 controles af, waarbij 33 gebruikers werden gevonden[4]. Dus bij bijna 20% meer controles nam de effectiviteit van die controles af van 0,44% naar 0,34%, zodat niet meer gebruikers werden opgespoord.
Jaar | 1987 | 1988 | 1989 | 1990 | 1991 | 1992 | 1993 | 1994 |
Aantal tests | 230 | 464 | 550 | 650 | 587 | 500 | 637 | 656 |
Positieve tests* | 30 | 70 | 54 | 50 | 57 | 39 | 61 | 40 |
Effectiviteit | 13% | 15,1% | 9,8% | 7.7% | 9,7% | 7,8% | 9,6% | 6,1% |
* Inclusief: geweigerde tests en fraudes bij de controle. |
Tabel 5-1. Aantal dopingcontroles en positieve tests bij wielrenners in Vlaanderen van 1987 t/m 1994[9].
Die afnemende efficiëntie bij meer en meer dopingcontroles wordt ook geïllustreerd met de resultaten van dopingcontroles bij wielrenners in Vlaanderen in de periode 1987-1994 (tabel 1)[9]. De tabel laat zien dat de effectiviteit over gemiddeld 534 controles per jaar destijds varieerde van 7,7% tot 15,1%. Dat is aanzienlijk effectiever dan de gemiddeld 0,38% over 9051 controles van de UCI in de periode 2006-2007.
We weten niet in hoeverre de Vlaamse en de UCI-cijfers vergelijkbaar zijn. Maar de tendens dat bij circa 17 keer zo veel controles de effectiviteit van die controles circa 25 keer kleiner werd, lijkt ons ten minste nader onderzoek waard.
<< Les 4
© 2007 - 2018 - Dr. Bram Brouwer, Mantgum