Placebo-effect bij bloeddoping?
Haarlems Dagblad 6 febr. 2015
Naar aanleiding van een publicatie over een panel discussie tijdens de 17e 'Conference of the European Society for Clinical Hemorheology and Micro Cirulation' schreef sportarts Maarten Moen een artikel in het Haarlems Dagblad.
Vorige week kwam uit het dopingonderzoek naar de rol van Geert Leinders, ex-ploegarts bij de Rabo-wielerploeg, naar boven dat renners naast eigen bloed ook dat van anderen kregen geïnjecteerd. Bloed van een broer van een van de rijders werd als transfusie ingespoten.
Dat sporters de laatste jaren betrapt werden op het gebruik van EPO en bloedtransfusies, was bekend uit het lijvige Armstrong-dossier. Dat ook bloed van familieleden werd gebruikt, bleek zelfs voor de Nederlandse Dopingautoriteit nieuw.
Lance Armstrong na zijn zevende Tourzege |
In 1628 werd kort na de ontdekking van het bloedvatenstelsel door de Engelse arts William Harvey de eerste bloedtransfusie in Italië uitgevoerd. Nadat bloedtransfusies jarenlang geregeld werden toegepast door sporters als prestatiebevorderend middel, werden deze in 1984 voor sporters zonder medisch probleem verboden verklaard. Deze manier van doping werd door de komst van EPO wat naar de achtergrond gedrongen, maar maakte een sterke comeback toen dopinginstanties steeds beter werden in het opsporen van het gebruik van EPO. In 2006 werd in het appartement van een Spaanse arts een voorraad gevonden van 240 zakken bloed van tientallen verschillende sporters. De reden voor sporters om bloedtransfusies en injecties van EPO (erytropoitine) toe te passen is ongeveer gelijk: door extra rode bloedcellen verbetert het zuurstoftransporterend vermogen van het bloed en hierdoor gaat een duursporter harder fietsen, lopen of roeien.
Je zou zeggen: er zijn zoveel verhalen over prestatieverbetering door bloedproducten, dat moet haast wel werken. Toch vond er afgelopen jaar een symposium plaats in Hongarije waarbij de vraag ’EPO or PlacEPO?’ centraal stond. Hierbij traden verschillende experts op het gebied van het stromen van bloed van de European Society for Clinical Hemorheology and Microcirculation op.
De conclusie was dat het helemaal niet zo zeker is dat EPO of bloedtransfusies kunnen leiden tot een verbeterend zuurstoftransport. Er ontstaan wel meer rode bloedcellen, maar doordat dit ook leidt tot verhoogde stroperigheid van het bloed wordt het transport van rode bloedcellen naar de spierweefsels geremd. Deze veronderstelling is meerdere malen getest en laat meer dan eens zien dat het zuurstoftransport maar heel minimaal verbetert. Het lijkt bijna op een placebo-effect.
Daarnaast liet een recent literatuuroverzicht door Hardeman en zijn collega’s in de American Journal of Sport Science and Medicine zien dat het effect van EPO op de prestaties flink wordt overschat.
EPO en bloedtransfusies leiden dus tot een te verwaarlozen toename in zuurstoftransport en prestatie. Heeft hiermee de Rabo-broer voor niets zijn aderen ter beschikking gesteld? Heeft Lance voor de bühne blauwe plekken die ontstonden na transfusies bedekt met een dikke laag make-up van zijn vriendin? Het zou zomaar eens kunnen.
Literatuur
- Moen, M. (2015, 06-02). Placebo-effect bij bloeddoping?, Haarlems Nieuwsblad.
- Hardeman, M., Alexy, T., Brouwer, B., Connes, P., Jung, F., Kuipers, H., & Baskurt, O. K. (2014). EPO or PlacEPO? Science versus practical experience. Panel discussion on efficacy of erythropoetin in improving performance. Biorheology, 51, 83-90. doi: 10.3233/BIR-140655
© 2007 - 2018 - Dr. Bram Brouwer, Mantgum